Gepubliceerd op 01-02-2017
Een organisatie is een geplande eenheid die bewust is gestructureerd om doelen te bereiken (Etzioni, 1964). Deze definitie impliceert een sociale eenheid van twee of meer mensen die op een gecoördineerde wijze samenwerken om doelen te bereiken. Wat maakt nu dat een groep effectieve besluiten neemt?
In de eerste plaats spelen normen een rol. Normen hebben een belangrijk effect op groepsleden zonder dat zij zich daar altijd van bewust zijn. Medewerkers willen gevoel hebben dat ieders opbrengsten proportioneel moeten zijn aan ieders bijdrage (Adams, 1965). Vaak wordt deze regel gemixt met andere regels bijvoorbeeld eigen belang en kunnen voorzien in levensonderhoud. Daarnaast blijkt procedurele rechtvaardigheid (Thibaut & Walker, 1975) van belang te zijn op het gedrag van medewerkers. Medewerkers willen invloed in de praktijk door mee te beslissen of besluitvorming te controleren.
Medewerkers willen gevoel hebben dat ieders opbrengsten proportioneel moeten zijn aan ieders bijdrage.
Eveneens lijkt prestatiewinst zich voor te doen bij het oplossen van complexe problemen (intellectueel product) wanneer medewerkers in elkaars nabijheid zijn zonder dat er sprake is van onderlinge competitie (Stangor, 2004). Bij het oplossen van deze intellectuele vraagstukken ontstaat het gevaar van groepsdenken. Dit ontstaat wanneer een groep van capabele mensen tot een verkeerde beslissing komt doordat de groepsleden een sterke druk ervaren om zich te conformeren aan het groepsbesluit. Een ander risico is groepspolarisatie. Dit houdt in dat het gemiddelde oordeel van de groep na discussie binnen de groep meer in de richting ligt van het oordeel dat vooraf het meest populair was (Stangor, 2004).
Verder is aangetoond dat het stellen van specifieke en uitdagende doelen voor de organisatie, de groep en individuele medewerkers in combinatie met regelmatige feedback de prestaties van groepen en individuen kan verhogen (Locke & Latham 2002). De groepsgrootte speelt daarbij een rol. Het prestatieverlies stijgt namelijk bij een toenemende groepsgrootte (Witte, 1989) ten gevolge van coördinatieverlies of motivatieverlies. Een groep van 4 of 5 mensen is het meest effectief. Ook speelt de kwaliteit van de groepsleden een rol. Beter opgeleide groepsleden presteren beter.
Benieuwd hoe wij u kunnen helpen bij het maken van de juiste keuze? Neem dan contact met ons op.